Wat is het Guillain-Barre-syndroom?

Het Guillain-Barre-syndroom, ook bekend als de verlamming van Landry, is een zeldzame maar ernstige auto-immuunziekte. Er werd voor het eerst naar verwezen in 1859 door een Franse arts genaamd Jean Landry. Hij beschreef een cluster van symptomen, waaronder gevoelloosheid, zwakte en progressieve verlamming van de ledematen. De symptomen leken op mysterieuze wijze te verschijnen en op vrijwel dezelfde manier te verdwijnen. Doorgaans troffen deze symptomen eerst de ledematen (onderste ledematen) en breidden zich geleidelijk uit naar alle spieren, waardoor de patiënt geïmmobiliseerd raakte. Destijds was er heel weinig bekend over het perifere zenuwstelsel, maar de symptomen leken op de symptomen die optraden na een dosis difterie.

Pas in 1916 stelden drie andere Franse artsen, Georges Guillain, Jean Alexandre Barre en Andre Strohl, de diagnose bij twee soldaten met dezelfde symptomen en zo kreeg het Guillain-Barre-syndroom zijn naam. Guillain en Barre waren collega's die de Saltpêtriére in Parijs bijwoonden. Beiden hadden neurologie als specialisme gekozen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog boden zij beiden hun diensten aan als legerarts. Ze raakten zeer geïnteresseerd in twee specifieke gevallen van soldaten die gedeeltelijk verlamd raakten. Samen met een derde Franse arts, Andre Strohl, publiceerden ze hun eerste klassieke artikel over het Guillain-Barre-syndroom.

Guillain-Barre is een aandoening die optreedt wanneer het immuunsysteem van het lichaam bepaalde delen van het perifere zenuwstelsel aanvalt. In sommige gevallen is de aandoening levensbedreigend omdat deze ademhalingsmoeilijkheden kan veroorzaken, die op hun beurt de bloeddruk kunnen beïnvloeden en een onregelmatige hartslag kunnen veroorzaken. Wanneer dit gebeurt, kan een patiënt aan de beademing worden gelegd. Guillain-Barre kan iedereen slaan en maakt geen onderscheid tussen geslacht of leeftijd. Het syndroom is echter ongebruikelijk genoeg; ongeveer één op de 100.000 mensen zal er last van krijgen. Het wordt meestal veroorzaakt door een soort virale of bacteriële infectie en is niet besmettelijk. De werkelijke oorzaak van Guillain-Barre wordt nog onderzocht.

Wetenschappers die aan deze aandoening werken, geloven dat Guillain-Barre de aard van de cellen in het zenuwstelsel verandert, zodat het immuunsysteem wordt misleid door te denken dat het wordt aangevallen. Het immuunsysteem beschouwt ze als vreemde cellen. Er wordt ook gespeculeerd over de mogelijkheid dat het virus ervoor zorgt dat het immuunsysteem zichzelf gaat wantrouwen. Hierdoor kunnen sommige immuuncellen, zoals lymfocyten of macrofagen, de myelineschede aanvallen en vernietigen. Er is veel diepgaander onderzoek en neurologische wetenschap nodig om volledig te begrijpen wat het Guillain-Barre-syndroom werkelijk is en, nog belangrijker, wat de oorzaak ervan is.

Ongeveer negen van de tien mensen met Guillain-Barré overleven en ongeveer negentig procent rapporteert een succesvol herstel. Slechts een klein percentage zal een vorm van blijvende handicap overhouden. Algemeen wordt aangenomen dat als de symptomen zo snel mogelijk worden gemeld, des te beter de uitkomst voor de toekomst is. Dat gezegd hebbende, kan het wel twee jaar duren om volledig te herstellen van deze ziekte.